Voorwaarden, regelgeving en vergunningen

 
Voorwaarden plaatsing

Er zitten een aantal voorwaarden aan het plaatsen en in gebruik nemen van de Combest mestverbrandingslijn:

  • Het pluimveebedrijf moet voldoende kippen per jaar ‘produceren’ om de investering rendabel te laten zijn. Denk aan 150.000 dierplaatsen voor een 7 weekse cyclus.
  • Het bedrijf moet een warmte afgiftesysteem hebben, gebaseerd op warm water.
  • Er moet een mesthal aanwezig zijn. Deze moet een gescheiden opslag hebben voor natte mest en droge mest.
  • Deze schuur moet (vliegen)dicht zijn om bacterie- en virusoverdracht te voorkomen.
  • Het hebben van een eigen weegbrug is een pré.
  • De mest moet van de stallen naar de natte mest buffer gebracht worden. In de natte mest hal moet de mest met een verreiker of iets dergelijks in de biodoseerunit gebracht worden. De mest wordt verder automatisch van de doseerunit naar de droger, hygiëniseringsunit en verbrander gebracht. Hoe dit wordt uitgevoerd, is erg afhankelijk van het bedrijf en de inrichting.

Regelgeving en vergunningen

  • De uitstoot van de verbrander (NOX, SOX en stof) moet vallen binnen de normen die de Europese Unie daar aan stelt.
  • Er is een omgevingsvergunning nodig. De betreffende gemeente stelt eisen aan ammoniak en geuremissies. Gespecialiseerde adviesbureaus kunnen u helpen met de aanvraag.
  • Er is een erkenning van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit nodig.
  • U hoort de regelgeving die hoort bij het hebben van een pluimveebedrijf te kennen.
  • Er dient een mestboekhouding te worden bijgehouden.

Mestboekhouding

De hoeveelheid en de chemische samenstelling van de pluimveemest die verbrand wordt, moet worden opgenomen in een mestboekhouding. Dit geldt ook voor de as die er vrijkomt. Het volume hiervan wordt bepaald door weging (op het terrein). Om de samenstelling te bepalen, moeten er chemische analyses worden gedaan door een extern bureau. Er moeten verschillende mestnummers voor het pluimveebedrijf en de mestverwerking gebruikt worden.

Voor het verbranden van pluimveemest geldt er eenvoudigere Europese regelgeving dan voor het verbranden van bijvoorbeeld koeien- of varkensmest.

Het verbranden van pluimveemest op eigen bedrijf wordt gezien als het verbranden van een reststof, zoals hout. Een keer per jaar moeten de emissies bij verbranding naar de buitenlucht worden gemeten. Dat wordt gedaan door een erkend bedrijf. Het verbranden van andere soorten mest dan pluimveemest wordt gezien als het verbranden van een afvalstof. Hiervoor moet aan veel meer emissienormen worden voldaan.

Capaciteitsanalyse

De hoeveelheid energie die gebruikt wordt, zal fluctueren. Zo wordt er vaak bij vleeskuikenbedrijven elke zeven weken kuikens ingekocht. De eerste paar weken hebben deze
kuikens meer verwarming nodig dan daarna. Bovendien is de energievraag hoger in de winter dan in de zomer. Ook is de energievraag hoger wanneer de overtollige mest (die na verbranding overblijft) gehygiëniseerd en gedroogd dient te worden ten behoeve van de verkoop.

Combest zal de energievraag in de tijd analyseren en alle factoren hierin meenemen. De capaciteit van de verbrander zal hierop aangepast worden.

Voor meer informatie omtrent de regelgeving neem contact met ons op.
U kan ook contact opnemen met een adviseur zoals Van Westreenen.